4,3 procent zittenblijvers in Vlaams-Brabant

maa 25 sep 2017

2.554 van de 56.792 leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaams-Brabant zijn vorig jaar blijven zitten. Dat is 4,30 procent van het aantal leerlingen. Vlaams-Brabant is als provincie daarmee een middelmatige leerling in de klas.

In Vlaams-Brabant is net als in de andere provincies het aantal zittenblijvers in het secundair onderwijs gedaald. Goed nieuws dus, dat vindt ook Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits. “De negatieve gevolgen van het zittenblijven zijn gekend, zowel naar het welbevinden, de motivatie als de slaagkansen van de leerling in hun verdere studieloopbaan. Zittenblijven moet voor de klassenraad  dan ook een ultieme remedie zijn wanneer alle alternatieven uitgeput zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld flexibele leerwegen mogelijk waarbij leerlingen met tekorten hun jaar niet hoeven over te doen, maar bepaalde vakken meenemen naar het volgend jaar en de kans krijgen om de tekorten weg te werken. Bij de modernisering van het secundair onderwijs zal het voor scholen na het eerste jaar van de eerste graad niet meer mogelijk zijn om een B-attest te geven, maar wel een A-attest met verplichte remediëring. Ook op het einde van de eerste graad zal het A-attest met een verplichte remediëring een optie zijn om over te gaan naar de tweede graad.”

Met een percentage van zittenblijvers van 4,30 procent zit Vlaams-Brabant in de middenmoot in Vlaanderen en Brussel. West-Vlaanderen heeft het minste zittenblijvers met 2,82 procent, Brussel het meeste met 7,57 procent. Brussel scoort wel al merkelijk beter in vergelijking met drie jaar geleden.