Wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en hun collega’s uit het Brussels Gewest en Wallonië hebben de voorbije twee jaren tot 1/3 minder reeën in het Zoniënwoud gezien in vergelijking met de jaren voordien. Het is echter niet duidelijk of de populatie ook effectief is verminderd. Mogelijk kan het dichtere struikgewas de zichtbaarheid en dus ook de tellingen beïnvloeden. Dat melden verschillende media.
Een derde minder reeën in het Zoniënwoud?
woe 20 jan 2016
Om de reepopulatie in het Zoniënwoud in kaart te brengen, voeren de verschillende gewesten sinds 2008 regelmatig reewildtellingen uit. De tellingen gebeuren 4 keer per jaar over 24 parcours die samen zo’n 120 km lang zijn. Tussen 2008 en 2013 werden tussen 137 en 154 reeën waargenomen. In 2014 werden nog 108 reeën geteld, vorig jaar amper 83.
Volgens Frank Huysentruyt van het INBO is er echter geen enkele reden om aan te nemen of de populatie zo sterk zou afgenomen zijn. Volgens hem is de ondergroei de voorbije jaren sterk toegenomen waardoor de observaties en tellingen bemoeilijkt worden. Ook volgens Natuurpunt is dit een mogelijk verklaring. Om de tellingen te optimaliseren worden vanaf volgend jaar specifieke zichtbaarheidsmetingen uitgevoerd op de verschilende onderzoekstrajecten.
