Mobiliteitsbarometer Acerta: “Vlaams-Brabander kampioen in naar het werk fietsen”

woe 26 jan 2022

Vlaams-Brabantse werknemers pendelen het meest van alle Belgen met de fiets naar het werk. Dat blijkt uit de mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta, dat de mobiliteitsgewoontes van 330.000 werknemers in kaart brengt. Daaruit blijkt dat 1 op de 5 werknemers in Vlaams-Brabant dagelijks met de fiets gaat werken. Nergens anders in ons land is dat percentage zo hoog.

We gingen dan wel minder naar kantoor in 2021, maar aan koning auto heeft de crisis niet geraakt. Als we vorig jaar toch naar de werkvloer gingen, deed 6 op de 10 werknemers dat in Vlaams-Brabant met de auto. Maar de fiets blijft het goed doen in het woon-werkverkeer in onze provincie. “1 op de 5 fietst elke dag naar het werk en 1 op de 3 van de werknemers gebruikt de fiets voor een deel van de woon-werkverplaatsingen”, zegt Morgan Van Cleven van Acerta. “We zien ook dat de Vlaams-Brabander ook nog voor het openbaar vervoer kiezen, terwijl in de rest van Vlaanderen steeds minder mensen de trein, tram of bus nemen om naar het werk te pendelen.”

Tegelijkertijd kregen vorig jaar in Vlaams-Brabant meer bedienden een wagen van het werk ter beschikking in vergelijking met het jaar voordien. 1 op de 5 bedienden in onze provincie heeft nu een bedrijfs- of salariswagen, een absoluut record. “Het illustreert dat zo’n wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef is en blijft om personeel aan te trekken, zeker in de krappe arbeidsmarkt”, zegt Patrick Demuylder, kantoordirecteur van Acerta Leuven. “Ondernemingen zullen er hoog blijven op inzetten omdat nog geen enkel alternatief even hoog gewaardeerd wordt door werknemers. Het is zelfs zo: hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe sterker de positie van de bedrijfswagen.”

Een werknemer in Vlaams-Brabant woont op gemiddeld 18 kilometer van zijn of haar werk. “Elk jaar stijgt in België de afstand tussen thuis en werk wel licht. Hoe het vele thuiswerk die afstand verder zal beïnvloeden in de toekomst, zal de komende jaren moeten blijken”, aldus Van Cleven.