Hilse en Elixir trekken door Vilvoordse straten: “Stad is onlosmakelijk verbonden met het Brabants trekpaard”

Midden april vertrok Hilse De Groote met haar Brabantse trekpaard Elixir voor een tocht van vijf maanden door ons land. Na meer dan 1.250 kilometer komt eindhalte Vollezele in zicht. Vandaag trokken ze door de Vilvoordse straten. “De stad is een belangrijk onderdeel in de geschiedenis van het trekpaard”, zegt Hilse.

Langs Vlaamse velden en wegen, overal kwam je de voorbije weken Hilse en Elixir tegen. Momenteel trekt het duo door onze regio op weg naar eindhalte Vollezele, waar ze eind deze maand wil aankomen. Ze maakt de tocht ter ere van de 25ste verjaardag van het Museum van het Brabantse trekpaard, dat door haar grootvader werd opgericht. Vandaag trok Hilse door de Vilvoordse straten. “Onze route ligt niet vast, maar Vilvoorde konden we niet links laten liggen. De stad is onlosmakelijk verbonden met het Brabantse trekpaard en speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van het paardenras. Ik heb gehoord dat ze hier Pjeirrefretters zijn, dus we blijven wel niet te lang”, lacht Hilse.

De bijnaam van de Vilvoordenaren verraadt de link het Brabantse trekpaard, net als de muurschildering in de binnenstad en twee standbeelden. In de 18de eeuw trokken fameuze Brabantse trekpaarden boten op het kanaal Brussel-Schelde. De dieren werden zo hét symbool van de stad. “De oersterke kolos werd door zijn werkkracht één van de grootste exportproducten van het land”, zegt waarnemend burgemeester Christel Herbosch. “Toentertijd waren we ook één van de weinige steden waar paardenvlees gegeten werd. Dat komt omdat hier toen zoveel paarden waren en met Brussel in de nabijheid schapen of koeien houden moeilijk was. Niet dat de Vilvoordenaar ze graag opaten, het was eerder een beetje uit noodzaak. Vandaar ook de bijnaam Pjeirefretter.”

© Stad Vilvoorde

"Ik krijg veel reacties, zie veel blije gezichten en duimen gaan in de lucht als ik passeer. Dat gevoel zal ik nooit vergeten."

- Hilse De Groote

Met haar tocht, die later in een documentaire wordt gegoten, vraagt Hilse meer aandacht voor het ras. “Ik wilde de mensen dichterbij het Brabants trekpaard brengen. Het beroert mij dan ook als ik zie hoeveel mensen de tocht volgen en begaan zijn met het Brabants trekpaard. Ik krijg veel reacties, zie veel blije gezichten en duimen gaan in de lucht als ik passeer. Dat gevoel zal ik nooit vergeten”, zegt Hilse.

Dit weekend trekt Hilse verder door onze regio. Zondag wordt ze op de Stoeterij Diepensteyn in Steenhuffel verwacht. Ondernemer Jan Toye, bekend van de brouwerij Palm, richtte de stoeterij decennia terug op met als doel het levend erfgoed te fokken en te verbeteren.