Regeerakkoord is te vaag voor de Rand, oordelen de burgemeesters

din 29 jul 2014

Heel wat burgemeesters uit onze regio, zelfs van partijen die deel uitmaken van de nieuwe Vlaamse meerderheid, zijn niet echt tevreden met wat er in het regeerakkoord staat over de Vlaamse rand. Volgens Dirk Pieters, de burgemeester van Halle blijft het akkoord erg vaag. Onder meer over de erkenning van Halle en Vilvoorde als centrumsteden, wordt in het regeerakkoord met geen woord gerept.

De nieuwe Vlaamse regering wil naar eigen zeggen een 'sterk beleid' voeren om de verstedelijking van de Vlaamse rand door de nabijheid van Brussel een halt toe te roepen. Dat staat met zo veel woorden in het regeerakkoord dat N-VA, CD&V en Open VLD hebben afgesloten. Maar hoe de nieuwe meerderheid dat concreet wil doen, blijft onduidelijk. Onder meer over de lang gevraagde erkenning van Vilvoorde en Halle als centrumsteden, waardoor ze extra geld zouden krijgen, wordt in het regeerakkoord met geen woord gerept.  Burgemeester Pieters : ‘Ik heb ook geen enkele zinswende gelezen die ons ook maar een klein beetje hoop of perspectief geeft daarin. Ik heb zelfs niet gelezen dat men het Gemeentefonds gaat hervormen. Dus ik heb de indruk dat de grote steden die al goed bediend zijn er toch wel goed hebben voor gezorgd dat hun belangen goed behartigd worden en gevrijwaard worden.’

 

Niet alleen de burgemeesters van de twee steden vragen extra middelen, ook bijna alle andere burgemeesters in Halle-Vilvoorde. Voor de verkiezingen organiseerden ze een Toekomstforum om hun eisen kracht bij te zetten. Willy Segers, de N-VA-burgemeester van Dilbeek, was toen één van de voortrekkers. Ook hij erkent dat het regeerakkoord vaag blijft : ‘Dat was deels te verwachten. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de financieel en budgettaire periode waarin we zitten. Maar binnen diverse deelbudgetten wordt toch aandacht besteed precies aan die pijnpunten waar het Toekomstforum de aandacht wou voor hebben. Dan denken we aan de achterstand inzake welzijn, problematiek binnen onderwijs, en noem maar op.

 

Het wordt dus wachten tot de bevoegde ministers hun concrete beleidsbrieven en bijhorend budget voorstellen.