Morgen kampt bokster Femke Hermans uit Steenhuffel voor de WBO-wereldtitel bij de middengewichten. Ze staat te popelen om de ring te betreden: “Ik kijk er zeker hard naar uit, omdat ik zelden zo’n goeie voorbereiding heb gehad. Voor het eerst heb ik echt het gevoel dat mijn team compleet is en dat ik op alle vlakken progressie heb kunnen maken.”
Samen met het nieuwe team kiest Hermans nu ook resoluut voor een andere aanpak: “Vroeger trainde ik hard tot twee dagen voor een wedstrijd. Nu hebben ze mij doen inzien dat ik vooral moet recuperen in de week voor een match en mijn spieren moet laten rusten Ik werk nu enkel op stretchen, explosiviteit en snelheid,” aldus Hermans.
Morgen kampt ze tegen Savannah Marshall, geen onbekende. Marshall is de regerende WBO-wereldkampioen. Maar dat schrikt Hermans niet af: “Zij is meer dan 10 centimeter groter dan ik en probeert daardoor op afstand te boksen. Ik ga net proberen om dichtbij te komen en lijf aan lijf te boksen.”
Hermans is 32 jaar en doorzwom al heel wat watertjes. Ze overwon een zware blessure, daarna kwam corona en ze moest het verlies van één van haar coaches verwerken. Maar ze kon de knop omdraaien en geniet nu opnieuw van haar sport. “Ik wil enkel nog doen wat ik wil en probeer uit mijn sport het maximum te halen.” Wie weet is dat morgen alvast de nieuwe WBO-wereldtitel.
