Twintig vrijwilligers gaan het Zoniënwoud deze zomer doorkruisen met een op maat gemaakt sensor op hun fiets. Jean-Marie Dour uit Linkebeek is zo’n vrijwillige klimaattrapper. “Toen ik zag dat het Nationaal Park Brabantse Wouden vrijwilligers zocht voor een burgerwetenschapsproject, heb ik mij meteen kandidaat gesteld”, zegt Jean-Marie. “Het Zoniënwoud is als het ware mijn achtertuin en ik ga er regelmatig lopen of fietsen. Waarom dan niet het nuttige aan het aangename koppelen?”
De gegevens die de burgerwetenschappers zo verzamelen, gecombineerd met data van vaste meetpunten, zullen onderzoekers van de Universiteit van Gent verwerken in een studie naar het verkoelende effect van bossen op een voorstedelijke omgeving. Door zijn unieke ligging vlakbij steden als Brussel, Leuven en Halle vormt het Nationaal Park Brabantse Wouden de geknipte onderzoekslocatie.
“Om het microklimaat in en rond het bos in kaart te brengen, meten we de luchttemperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid en radiatie op ongeveer een meter boven de grond”, zegt projectverantwoordelijke Julie Blanjean. “Elke vrijwilliger engageert zich om minstens twee metingen per week te doen tijdens woon-werkververkeer of andere verplaatsingen. Dankzij de diverse groep fietsers zullen de metingen voldoende gespreid zijn over verschillende momenten van de dag.”
Die gegevens worden daarna gecombineerd met de gegevens van vaste sensoren in de tuinen van omwonenden. “Zo willen we nagaan hoe ver het verkoelende effect van de bossen rijkt en in welke mate groene stadsinrichting dit versterkt”, zegt Blanjean. “De informatie die we nu verzamelen over hoe het bos zijn omgevingstemperatuur beïnvloedt, kan later bijvoorbeeld gebruikt worden om de leefbaarheid van stedelijke omgevingen tijdens hittegolven te verbeteren.”