school_4.jpg

Gebruik Nederlands bij meertalige leerlingen wordt onderschat

vrij 15 apr 2016

Meertalige leerlingen spreken thuis vaker Nederlands en maken vaker gebruik van Nederlandstalige media dan wordt vermoed. Dat blijkt uit het MARS-onderzoek van de UGent en de VUB.

 

 

Meertalige leerlingen spreken volgens de studie met hun ouders, broers en zussen vaker Nederlands dan vermoed wordt. Ze maken ook regelmatig gebruik van Nederlandstalige media en kiezen ervoor om te rekenen, te lezen of te schrijven in het Nederlands. Aan de andere kant spreken ze ook op school vaak andere talen dan het Nederlands. Daarnaast blijkt het taalgebruik met de vader een betere voorspeller van de schoolprestaties dan het taalgebruik met de moeder. Vooral de motivatie van meertalige leerlingen blijkt, net als bij eentalige leerlingen, een heel grote rol te spelen in hun schoolprestaties. De onderzoekers pleiten daarom voor een meer verfijnde en genuanceerde meting van meertaligheid op school en in de klas.

 “Het is belangrijk dat leerlingen goed Nederlands leren en spreken”, reageert minister van Onderwijs Hilde Crevits. “Dat vergroot hun ontwikkelings- en onderwijskansen voor de rest van hun leven. Er is wel de vaststelling dat onze speelplaatsen steeds diverser worden en een groeiende meertaligheid is daar een logisch gevolg van. Dit onderzoek moedigt ons aan om die realiteit te benaderen als een kans en niet als een beperking. Daarvoor is er een omslag in het denken over meertaligheid nodig die vandaag nog niet in alle scholen even sterk aanwezig is. Door meertaligheid positief te benaderen en functioneel in te zetten om het academisch taalniveau op te krikken, kunnen we de motivatie bij leerlingen verhogen en dus ook hun onderwijsprestaties. Elk talent maximale kansen geven om te ontwikkelen, blijft onze inzet.”