Vlaamse Volksbeweging overweegt stappen na schrapping subsidies: “Dit systeem moet op de schop”

De Vlaamse Volksbeweging overweegt juridische stappen nadat de Vlaamse regering besloot om vanaf volgend jaar de subsidies voor de beweging te schrappen. “We sluiten niks uit, ook niet een procedure bij de Raad van State”, stelt voorzitter Michael Discart.

De Vlaamse Volksbeweging, die recent nog enkele procedures aanspande tegen Brusselse ziekenhuizen omdat ze de taalwetgeving zouden overtreden, krijgt vanaf volgend jaar geen subsidies meer vanuit Vlaanderen. “Ondanks de recente verklaring van de minister-president Diependaele dat de adviezen van de beoordelingscommissies die de aanzet tot deze beslissing gaven ‘onbetrouwbaar’ en ‘onverklaarbaar’ waren, kiest zijn regering er toch voor om zich op diezelfde adviezen te baseren”, zegt Discart. “We weten niet wie ons heeft beoordeeld en we krijgen zelfs geen onderbouwde uitleg waarom een grondig herwerkt beleidsplan opnieuw werd afgewezen. In zo’n situatie kan niemand nog van objectiviteit spreken.”

De VVB erkent dat er in de afgelopen jaren terechte kritiek kwam op de financiële transparantie, maar stelt dat de organisatie sindsdien diepgaande hervormingen heeft doorgevoerd. “Dat we nu opnieuw negatief beoordeeld werden, zonder dat we weten door wie en op basis waarvan, maakt het bijzonder moeilijk om deze procedure nog ernstig te nemen”, aldus Discart. “Dit systeem moet op de schop. Het valt ook op dat geen enkele regeringspartij - ook de N-VA niet, die nochtans de sterkste historische band heeft met de beweging - zich publiek en krachtig heeft verzet tegen het volledig wegvallen van de subsidie.”

Uit berichtgeving in De Tijd blijkt dat het dossier van de Vlaamse Volksbeweging in de Vlaamse regering zwaar politiek beladen was. De N-VA koppelde de negatieve beoordeling van de vereniging aan het schrappen van subsidies voor andere organisaties. “Het wekt de indruk dat de Vlaamse Volksbeweging als wisselgeld functioneerde en dat er gewerkt wordt op basis van politieke voorkeuren die niets te maken hebben met objectieve criteria”, besluit Discart.