Voka Metropolitan hekelt andermaal de belastingen die bedrijven moeten op kantooroppervlakte in Brussel. Zo besliste de stad Brussel onlangs om de belasting opnieuw fors op te trekken. “Brusselse gemeenten moeten niet telkens ondernemers als melkkoe gebruiken om de rekening op orde te krijgen”, zegt René Konings, directeur van de Brusselse ondernemersorganisatie Voka Metropolitan.

Voka hekelt torenhoge Brusselse taksen voor kantoren: “Beste reclame voor vertrek naar Vlaamse Rand”
Sinds 2021 verhoogde Brussel-Stad haar kantoorbelasting met 150 procent. Dat blijkt uit cijfers van Voka Metropolitan en adviesbureau Ayming. Ook andere Brusselse gemeentes voeren hun kantoorbelastingen op. Voka Metropolitan waarschuwde eerder al dat dat bedrijven naar de Vlaamse Rand duwt, met heel wat leegstaande kantoorruimte in de hoofdstad tot gevolg. “De vicieuze cirkel van hogere taksen en bijhorende bedrijfsvlucht moet gestopt worden”, zegt René Konings, directeur van de Brusselse ondernemersorganisatie. “Brusselse gemeenten moeten naar hun eigen structuren en efficiëntie kijken en ondernemers niet telkens als melkkoe gebruiken om de rekening op orde te krijgen.”
Een gemiddeld bedrijf zal in Brussel-Stad dit jaar 35.000 euro extra aan vastgoedtaksen moeten ophoesten. “In de Vlaamse randgemeenten werden tot nu voor dit jaar geen belastingverhogingen doorgevoerd. Bedrijfsoppervlaktes in het Brussels gewest mogen iets duurder zijn dan in de Vlaamse Rand. Brussel heeft immers een aantal sterke troeven die een hogere factuur verantwoorden”, zegt Konings. “Maar wanneer het drie tot vier keer duurder, wordt de fiscale handicap te groot. Dan zijn de torenhoge Brusselse taksen zijn vooral goede reclame voor bedrijfspanden in Diegem en Zaventem. We hopen dat Brussel niet de ambitie heeft om te veranderen in een slaapstad.”
Voka Metropolitan pleit daarom voor een stabiel fiscaal kader voor ondernemingen in Brussel. In een reactie aan BRUZZ zegt Brussels schepen Anas Ben Abdelmoumen (PS) dat kleine bedrijven zoveel mogelijk ontzien worden, maar dat ‘er moeilijke keuzes moeten gemaakt worden m essentiële openbare diensten, zoals de politie en scholen, te kunnen blijven garanderen.’