vroedmeesterpad_overijse.jpg

Natuur in Overijse moet populatie vroedmeesterpadden mee opkrikken

2 jaar geleden

Onze natuur is in één klap zo’n 1.200 vroedmeesterpadjes rijker. Het amfibietje heeft in Vlaanderen knap lastig en daarom wordt er werk gemaakt van een grootschalig kweekprogramma. Vlaams minister van Natuur Zuhal Demir zette een eerste reeks opgekweekte jonge padjes uit in de steengroeve Blaivie in Overijse.

De vroedmeesterpad is een buitenbeetje onder de amfibieën, opvallend is dat het vrouwtje haar eitjes niet in het water legt. Het mannetje wikkelt het eisnoer om zijn achterpoten en draagt het vervolgens enkele weken met zich mee aan land. Pas als de larven in de eitjes voldoende ontwikkeld zijn, keert hij terug naar de poel om ze af te zetten. Daardoor hebben de eitjes een grotere kans om de eerste levensweken te overleven.

“Toch heeft dit diertje het heel moeilijk in Vlaanderen. De vroedmeesterpad houdt van een zanderige, kale omgeving met veel zon en hier en daar een waterpartij. Deze zonnige overgangsbiotopen verdwijnen meer en meer, en daardoor beschikt het padje over een steeds kleiner landbiotoop”, vertelt Dries Desloover van Agentschap Natuur en Bos.

De resterende populaties zijn op één hand te tellen. Daarom wordt werk gemaakt van een babyboom voor de vroedmeesterpad. De kaap van 1.200 kleine padjes en larven werd deze zomer gehaald na een intensief kweekprogramma. De komende weken worden die padjes uitgezet op vijf locaties, waaronder Overijse. Daar zette Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir een eerste reeks vroedmeesterpadjes in de natuur.

“Eerder hebben we op dezelfde manier al de otter, bever, de grauwe en bruine kiekendief en de boomkikker opnieuw een toekomst gegeven in de natuur. Ik heb er vertrouwen in dat we over enkele jaren de vroedmeesterpad aan dat succeslijstje kunnen toevoegen”, aldus minister Demir.