“Er zijn voor dit mooie orgel twee belangrijke data. 1648, dan is het geboren en geplaatst in Brussel, en 1784, dan is het naar Leerbeek gekomen. Honderd jaar oud, en op dat moment wat verouderd, moest het orgel in de kleine kerk van Leerbeek geplaatst worden. ” zegt oud-burgemeester van Gooik Michel Doomst.
“De grote discussie was: moeten we het herstellen zoals in de jaren 1600 of moeten we het herstellen zoals in de jaren 1700? Daar zijn eindeloze discussies over gevoerd tussen orgelbouwers en orgelkenners. Daarom ook dat het dossier van de restauratie zo lang aansleepte”, legt Doomst uit.
Het is uiteindelijk een herstel zoals in de jaren 1700 geworden. De onderdelen van het orgel werden eerst in de pastorie en in het PIVO in Asse bewaard en werden daarna uitbesteed aan een onderneming in Wallonië voor renovatie. “Het is een zeer moeilijk werk geweest. Het ging om technieken die ettelijke eeuwen oud zijn en het vroeg deskundig werk om het orgel in de oorspronkelijke staat te laten werken. Vooral de orgelpijpen, de trompetten en de blaasbalgen vroegen veel tijd en energie. De terugkeer van het orgel betekent een opwaardering van de kerk. We hebben ons plan getrokken met een elektronisch orgel, maar dit instrument is toch wel van een heel andere orde”, aldus de voorzitter van de kerkfabriek van Leerbeek Guido Decoster.
Laatste fase van renovatie
De terugkeer van het orgel is de laatste fase van de totaalrenovatie van de Sint-Pieterskerk in Leerbeek. Ze wordt vooral nog gebruikt voor huwelijken, doopsels en concerten, om de maand is er nog één misviering.
“Op het moment dat de eerste onderdelen naar boven gingen, leek het wel de hemelvaart van het orgel. Ik denk dat het hemels zal klinken. Ik kijk ernaar uit om de eerste klanken te horen”, aldus een geëmotioneerde Michel Doomst.