© N-VA Beersel

19de eeuwse stoommachine werkt weer in Herisemmolen: “Fier op dat van hier”

Minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts heeft de volledig gerestaureerde stoommachine van de Herisemmolen voor het eerst weer in gebruik genomen. De imposante Bollinckx-stoommachine uit 1894 is een zeldzame erfgoedparel en een van de laatste werkende stoommachines in Vlaanderen. “We zijn fier op dat van hier en dus zeker ook op dit uniek industrieel erfgoed in de Vlaamse Rand”, zegt Weyts.

De Herisemmolen in de Beerselse deelgemeente Alsemberg heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1321. Wat begon als een eenvoudige watermolen, evolueerde in de 19de eeuw tot een volwaardige kartonfabriek, aangedreven door de imposante Bollinckx-stoommachine uit 1894. Na de sluiting van de fabriek in 1940 bleven alle machines onaangeroerd en vandaag lijkt het alsof de tijd is blijven stilstaan. De 131 jaar oude stoommachine is een van de laatste zo goed bewaarde stoommachines in Vlaanderen, maar kwam door slijtage vorig jaar stil te staan waardoor de demonstratiefunctie van de molen verloren dreigde te gaan. Vlaanderen betaalde daarom een groot deel van de restauratie, die zo’n 15.000 euro kostte.

“We wekken niet alleen een stoommachine opnieuw tot leven: we wekken hier in Beersel ook een stukje van onze geschiedenis opnieuw tot leven”, zegt minister Weyts. “Je kan hier echt de Industriële Revolutie komen opsnuiven: een belangrijk hoofdstuk uit het verhaal van Vlaanderen. De papier- en kartonnijverheid was ooit erg belangrijk in Vlaams-Brabant. Wie hier binnenstapt, voelt meteen hoe het leven en werken in een 19de eeuwse papiermolen eraan toeging. Het is fantastisch dat we zulk erfgoed kunnen doorgeven aan volgende generaties.”

De site van de Herisemmolen sleepte al verschillende erfgoedprijzen in de wacht en kan dankzij deze investering nog veel mensen inspireren. “We zijn blij dat onze machine terug in werking is”, zegt Philippe Winderickx van de vzw OMV Herisem. “Niets zo erg als een huis dat leeg staat of een machine dat niet draait. Het gaat kapot van niet te gebruiken, daarom is het belangrijk dat alles in beweging blijft. Dat maakt de ervaring van de 19de eeuw nog tastbaarder.”